Ondervind je problemen tijdens het verwerken met vacuüm? Bekijk dan hier de oplossingen voor de meest voorkomende problemen. We hebben het probleem, de oorzaak en de oplossing overzichtelijk in een tabel voor je samengevat.
Geschikt voor: BILTEC BT115 of BILTEC BT115VM
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. De vacuümpomp rookt. | De pomp pompt lucht. | Zolang de pomp nog niet volledig vacuüm is, kan er olienevel ontstaan. Zorg ervoor dat het systeem volledig luchtdicht is, zodat de pomp het eindvacuüm kan bereiken en de olienevel verdwijnt. Voor het opvangen van de nevel tijdens het pompen zijn er filters beschikbaar die op de meeste pompen passen. |
| 2. De vacuümpomp bereikt geen vacuüm. |
a. Er is ergens een vacuümlek. b. De pomp heeft geen olie meer. |
a. Zorg ervoor dat het hele systeem goed luchtdicht is. Controleer alle afdichtingen en aansluitingen op lekkages en los eventuele problemen direct op.
b. Controleer of de pomp voldoende olie bevat. In rust moet de olie tot halverwege het kijkglas staan, wat betekent dat bijna het volledige flesje olie in de pomp gaat. Zonder voldoende olie krijgt de pomp geen smering, wat kan leiden tot verbranding van de pompbladen. Dit wordt niet gedekt door de garantie. |
| 3. De pomp geeft teveel vacuüm voor mijn toepassing. |
Verkeerde pompkeuze.
|
De kleine BILTEC vacuümpompen bereiken allemaal een diep vacuüm van ongeveer -0,99 bar. Deze pompen kunnen niet worden ingesteld om een lager vacuüm te genereren. Wil je een lager vacuüm, kies dan voor een vacuümsysteem met een drukschakelaar en buffertank, zoals de BILTEC PS9/80. Een alternatief is het gebruik van mechanische vacuümregelaars, die op dezelfde manier werken als een drukregelaar op een compressor, waardoor je het vacuüm handmatig kunt aanpassen. |
| 4. Het olieniveau is te laag. | De pomp heeft olie verbruikt | Vul de pomp bij met nieuwe olie door de vuldop te verwijderen en de olie toe te voegen. Zorg ervoor dat de olie, wanneer de pomp in rust is, tot halverwege het peilglas staat. |
Geschikt voor: BILTEC PS9/80
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. De vacuümmeter geeft het vacuüm in de verkeerde eenheid aan. | Er is een verkeerde eenheid gekozen op de drukschakelaar. |
Druk op de meest rechterknop om de pomp in de instellingsmodus te zetten. Druk op de 3e knop. De eenheid zal nu veranderen. Dit is ook te zien op de meter, de 3 lampjes rechts naast het display. Druk opnieuw op de meest rechterknop om de pomp weer in de bedrijfsmodus te zetten. |
| 2. De vacuümmeter is niet in te stellen. |
Op de drukschakelaar is een combinatie van verkeerde instellingen gekozen. De verkeerde knoppen worden ingedrukt. |
Reset de schakelaar volgens de instructies onder deze tabel. Stel de schakelaar daarna op de juiste manier in (zoals aangegeven onder deze tabel). |
| 3. De pomp blijft draaien. |
a. Het vacuümniveau is hoger ingesteld dan de pomp kan bereiken. b. Lekkage in het systeem. |
a. De pomp kan een maximaal vacuümniveau van -0,85 bar bereiken. Stel de schakelaar niet in op een hogere waarde. b. Controleer het hele systeem op mogelijke lekkages, inclusief het object dat gevacumeerd moet worden. |
| 4. De pomp slaat vaker aan dan verwacht | Er is ergens een vacuümlek. | Controleer het hele systeem op mogelijke lekkages, inclusief het object dat gevacumeerd moet worden. |
tekst en video
tekst en video
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. De hars wordt niet goed ontlucht |
a. Er is te weinig vacuüm. b. De hars is te koud. c. De hars is van een type die zich lastiger laat ontluchten. |
a. Zorg ervoor dat je een pomp gebruikt die voldoende vacuümniveau en capaciteit biedt. Controleer bovendien op mogelijke lekkages. b. Zorg ervoor dat de hars warmer is. Let op, dit verkort ook de verwerkingstijd. c. Overweeg om een andere hars te kiezen. Onze RESION UV Epoxy (EP101UV) is bijvoorbeeld goed te ontluchten. |
| 2. De hars "groeit" over de mengbeker heen, waardoor de mengbeker overstroomt. | a. De hars is van een type die zich lastiger laat ontluchten. |
a. Overweeg om een andere hars te kiezen. Onze RESION UV Epoxy (EP101UV) is bijvoorbeeld goed te ontluchten. b. Laat wat lucht in de pot toe, zodat de hars weer inzakt. Laat vervolgens het vacuüm opnieuw opkomen. Herhaal dit indien nodig. Het laten vallen van de vacuümketel op de tafel kan ook helpen. Zorg er echter voor dat er geen hars uit de mengbeker spat of dat de mengbeker omvalt. |
| 3. Na het ontluchten blijven er belletjes over. | De hars is van een type die zich lastiger laat ontluchten. |
Overweeg om een andere hars te kiezen. Onze RESION UV Epoxy (EP101UV) is bijvoorbeeld goed te ontluchten. Na het verbreken van het vacuüm zullen achtergebleven belletjes imploderen. |
| 4. De hars wordt hard tijdens het ontluchten. | Het ontluchten neemt te veel tijd in beslag, of de hars hard te snel uit. | Kies voor een hars met een langzamere uitharding of werk sneller. Wacht niet op het laatste belletje. |
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. De vacuümzak komt niet op vacuüm. | Er bevindt zich ergens lekkage. | Loop het gehele systeem zorgvuldig na op eventuele lekkages. Gebruik indien nodig een luchtdichte onderplaat voor extra bescherming. Let op: betonplex is niet luchtdicht! |
| 2. De vacuümzak komt niet in de hoeken. | Er is te weinig vacuümfolie gebruikt. |
Maak ter plaatse van een binnenhoek een plooi in het vacuümfolie. Dit zorgt ervoor dat er meer folie beschikbaar is om ook goed in de hoek te komen. |
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. De hars is al hard voordat de vacuümzak is geïnstalleerd. | De hars hard te snel uit. | Gebruik een hars met een langere verwerkingstijd en/of werk bij een lagere temperatuur. Gebruik bijvoorbeeld Universele epoxy met langzame verharder. |
| 2. Het laminaat heeft luchtplekken. | Niet zorgvuldig gelamineerd. | Werk uiterst zorgvuldig en gebruik bij de eerste laag een overvloed aan hars. Dit creëert een harsstroom van onder naar boven, waardoor luchtbellen mee naar boven worden getrokken. |
| 3. De bleeder zit vol. | Er is te weinig bleeder of te veel hars gebruikt. | Gebruik meer vacuüm bleeder. Of wees zuiniger met de hars tijdens het lamineren, vooral de laatste lagen. |
| 4. Het scheurweefsel is nauwelijks te verwijderen. | Geen gaatjesfolie gebruikt. | Gebruik gaatjesfolie om de bleeder makkelijk te kunnen verwijderen. Het scheurweefsel kan dan langer blijven zitten. |
| 5. Het laminaat is droog geworden. | Te veel vacuümdruk. | Maak gebruik van een regelbare vacuümpomp, zoals ons vacuümsysteem PS9/80. Stel deze in op -0,45/-0,55 bar. Dit zorgt in combinatie met gaatjesfolie voor wet bagging voor een optimaal resultaat. |
| 6. De Sealanttape wil niet plakken op de malrand. | De malrand is vervuild met hars. | Sealant tape hecht niet op natte hars. Maak de rand eerst schoon met een doek of bleeder en gebruik daarna een Cleaning Wipe of een babydoekje voor een optimale hechting. |
| Probleem | Oorzaak | Oplossing |
| 1. Het droge vezelpakket wil niet op zijn plek blijven. | Gladde weefsels. | Gebruik spuitlijm voor vacuüminjectie om de weefsels op hun plek te houden. |
| 2. De vacuümzak heeft overbruggingen. | Te weinig vacuümfolie gebruikt. | Gebruik meer vacuümfolie en maak plooien op plaatsen met grote dikteverschillen of binnenhoeken. Dit zorgt ervoor dat er meer folie beschikbaar is om zonder overbruggingen aan te leggen. |
| 3. De hars is te snel hard. |
a. De hars hard te snel uit. b. Te grote hoeveelheid in emmer. |
a. Gebruik een hars met een langere verwerkingstijd en/of werk bij een lagere temperatuur. Gebruik bijvoorbeeld Universele epoxy met langzame verharder. b. In het begin zal de hars snel in het laminaat worden gezogen, maar dit proces zal steeds langzamer verlopen. Zorg ervoor dat de harsemmers aan het einde van de infusie redelijk leeg zijn. |
| 4. Het einde van de vacuüminjectie wordt niet gehaald. |
a. Geen injectiegaas gebruikt. b. Te weinig runners |
a. Maak gebruik van injectiegaas en zorg ervoor dat je altijd geschikte materialen voor vacuüminjectie gebruikt. Zeer dichte koolstof UD en glasmat (CSM) kunnen moeilijker te verwerken zijn. b. Gebruik voldoende runners en leg deze dicht op elkaar voor een optimale werking. |
| 5. Na vacuüminjectie is er een droge plek. |
a. Verkeerde strategie. b. Te weinig vacuüm. |
a. Zorg ervoor dat de runners altijd uit elkaar liggen en nooit naar elkaar toe. Beschouw ook een binnenhoek als een runner, aangezien de hars daar vaak sneller stroomt. b. Zorg voor een zeer goed vacuüm. Een zeer goed vacuüm zorgt ervoor dat veel problemen worden opgelost. |
| 6. In het algemeen is het laminaat droog |
Kernmateriaal is gaan gassen. |
Zorg ervoor dat de kernmaterialen goed droog zijn. Houd het laminaat een paar uur onder vacuüm voordat je gaat injecteren om drukverschillen in de kernmaterialen op te heffen. Dit biedt ook de mogelijkheid voor het laminaat om te drogen, aangezien er in sommige omstandigheden veel vocht in het laminaat kan zitten. Vooral aramide en balsa kunnen aanzienlijke hoeveelheden vocht bevatten. |
Staat het probleem waar jij tegenaan loopt niet in dit artikel? Neem dan contact op met onze productspecialisten! Vanuit hun ervaring met diverse vacuümtechnieken weten ze precies waar je op moet letten en hoe je veelvoorkomende problemen vakkundig oplost. Wij voorzien je dus graag van advies op maat en denken met je mee. Je kunt ons op werkdagen bereiken via e-mail, telefoon, WhatsApp of een contactformulier.
Hier vind je alle 7 gerelateerde artikelen over dit onderwerp. Mis je informatie om aan de slag te gaan met jouw klus? Neem dan contact met ons op.
Heb je een specifieke vraag? Bel met één van onze specialisten voor gratis advies +3185 0220090
